Waarom muziek? Muziek is van maatschappelijk belang. Het stimuleert beide hersenhelften, heeft een positief effect op de leerprestaties en is goed voor de sociaal-emotionele ontwikkeling.
Het jonge kind heeft een korte spanningsboog, behoefte om veel te bewegen, grote fantasiewereld en willen spelend en ontdekkend leren. Liedjes leren ze door deze voortdurend te herhalen. De liedjes moeten eenvoudig zijn en een beperkte omvang hebben. In dynamiek onderscheiden ze hard en zacht.
Het oudere kind kan meerstemmig zingen (canon). Liedjes kun je aanleren door middel van de weggeeftechniek. Sommige jongens krijgen al een baard in de keel (de stem wordt lager, kan overslaan). Ze hebben een andere belevingswereld dan jongere kinderen en houden vaak van popmuziek. De liederen die je wil aanleren kunnen een complexere structuur en een grotere omvang hebben.
Waarom muziek en dans? Dans bevordert de ontwikkeling van het kind.
De fysieke ontwikkeling:
- Groei lichaamsbesef
- Coördinatie
- Motoriek
- Uithoudingsvermogen/ soepelheid
Emotionele en creatieve ontwikkeling: - Inlevingsvermogen (fantasie en emotie)
- Vermogen tot uitleven (plezier en afreageren)
- Verbeeldingskracht
- Durven expirimenteren met eigen lijf
Waarom muziek en dans? Dans bevordert de ontwikkeling van het kind.
De fysieke ontwikkeling:
- Groei lichaamsbesef
- Coördinatie
- Motoriek
- Uithoudingsvermogen/ soepelheid
Emotionele en creatieve ontwikkeling: - Inlevingsvermogen (fantasie en emotie)
- Vermogen tot uitleven (plezier en afreageren)
- Verbeeldingskracht
- Durven expirimenteren met eigen lijf
Zingen
Doelen van deze les:
- Het aanleren van het lied: Fietsie foetsie
- Het kunnen zingen in canon. (De kinderen moeten zich kunnen focussen op hun eigen tekst.)
- Als eerst zingen wij het lied een keer voor waarbij de kinderen alleen luisteren.
- We schrijven de tekst op het bord en praten de tekst 2x keer (voor de 'moeilijke' woorden)
- Hierna zingen we de eerste regel een paar keer en daarna de tweede regel.
- We zingen alles achter elkaar.
- Daarna vraag ik de jongens en meisjes om de beurt te zingen
- Ik vraag een kind naar voren te komen en een veeg door de tekst te halen met de bordenwisser.
- We proberen het lied nog een keer te zingen.
- Ik vraag een kind naar voren te komen en een veeg door de tekst te halen met de bordenwisser.
- We proberen het lied nog een keer te zingen.
- Ik vraag een ander kind naar voren te komen en weer een veeg door de tekst te halen met de bordenwisser.
- We proberen binnen 3 of 4 vegen alle tekst van het bord weg te hebben zodat de kinderen het lied snel uit hun hoofd kennen. Het is een relatief kort lied.
Om het voor de kinderen leuk te maken kunnen we het lied ook steeds sneller of steeds langzamer zingen.
Om het voor de kinderen leuk te maken kunnen we het lied ook steeds sneller of steeds langzamer zingen.
Canon:
- Vervolgens gaan we het lied in canon zingen. De groep wordt opgedeeld in 4 gelijke groepen. Iedere groep valt in na 4 tellen. ("Fietsie foetsie is mijn fietsie") We zingen het lied ongeveer vier keer.
- Ik wissel de groepen. Groep 1 wordt groep 2, groep 2 wordt groep 3, groep 3 wordt 4 en groep 4 wordt groep 1. We zingen het lied nog een paar keer.
De juf/meester loopt tijdens de canon rond en zingt steeds het eerste woord met de groepen mee. Hij geeft de hoogte en de snelheid aan.
De juf/meester loopt tijdens de canon rond en zingt steeds het eerste woord met de groepen mee. Hij geeft de hoogte en de snelheid aan.
Luisteren
Empire State of Mind - Jay-Z and Alicia Keys.
Doelen bij dit onderdeel:
- De leerlingen kunnen gericht luisteren naar een muziekfragment en hier vragen over beantwoorden.
- De leerlingen kunnen associëren aan de hand van songtekst en beluisterde muziek. Hierbij zoeken ze passend beeldmateriaal.
1. Waren er in dit muziekfragment zangers of zangeressen? (1 zanger, 1 zangeres)
2. Wat voor verschillende soorten zang heb je gehoord?
Hierna vertellen we wat a capella betekend, stellen we de vragen en gaan de kinderen met deze vragen in gedachte de muziek luisteren: (we laten niet steeds het hele lied horen. Dit kost te veel tijd.)
3. Is het muziekfragment a capella gezongen of heb je een achtergrond melodie gehoord?
4. Hoe was het ritme van het fragment? (Snel of langzaam? Sommige delen snel, sommige delen langzaam?)
De laatste twee vragen stellen we en de kinderen gaan de muziek beluisteren met deze twee vragen in hun hoofd.
5. Waar gaat het lied over? Hoe weet je dat? (tekst)
6. Wat vond je van de muziek? Waarom sprak het je aan, of juist niet aan?
Opdracht:
Na het luisteren van de muziek gaan we het fragment een keer bekijken. De kinderen krijgen nu de opdracht om goed te kijken naar de omgeving waar de videoclip zich afspeelt.
We delen de klas in in groepjes van vier leerlingen. In deze groepjes gaan ze overleggen en opschrijven wat ze allemaal in de clip gezien en gehoord hebben. Hierbij houden ze ook de gestelde vragen in gedachte.
De leerlingen mogen nu plaatjes gaan zoeken die volgens hen passen bij het muziekfragment.
Daarna krijgt ieder groepje een A2 blad. De plaatjes worden hier als een collage opgeplakt.
In de beoordeling van de posters willen wij zien:
-De leerlingen hebben goed geluisterd naar het thema van het lied.
-De leerlingen hebben de gestelde vragen erin verwerkt.
-De leerlingen laten hun mening over het lied zien in de poster.
Spelen (en notatie)
Wat hoor je als je
door de stad loopt? Doe je ogen eens dicht en luister eens goed.. Wat hoor je?
Valt het je op dat de geluiden die je hoort vooral van het verkeer afkomstig
zijn?! Het meest gebruikte vervoersmiddel in de stad is als vanzelfsprekend: de
fiets. We zorgen ervoor dat er 1 fiets per groepje (4 à 5 personen)
beschikbaar is in de klas. Spelen (en notatie)
We beginnen met een klassikale inleiding. Er staat een fiets voor de klas. Kunnen we daar geluiden mee produceren? Iemand wordt naar voren gevraagd om een geluid te laten horen. (denk aan: bel, spaken, spatbord, stuur = hol, wielen enz. enz.) Kunnen we dit geluid op papier zetten? Kunnen we het beeldend maken? Het is geen noot dus een notenbalk hebben we niet nodig. Iedereen tekent voor zichzelf het geluid op een wit blaadje. De blaadjes worden omhoog gehouden zodat iedereen de tekeningen van elkaar kan zien. Dit is Grafische partituur: stripsody.
Zo meteen gaat iedereen aan de slag in een groepje. Per groepje is er 1 fiets. Bedenk eerst welke geluiden je allemaal met de fiets kan maken en hoe je deze op papier kan weergeven denk hierbij aan:
- Sterkte (dynamiek) (hoe hard het geluid is)
- de duur van het geluid
- de hoogte van het geluid
- en welk kleur er het beste bij dit geluid past!
Probeer met je groepje van deze geluiden een muziekstuk te maken en deze dus op papier op te schrijven. Als alle groepjes klaar zijn met hun muziekstukken, draaien alle papieren (waar dus je zelf gecomponeerde muziekstukken op beschreven staan) een groepje door! De groepjes gaan proberen het muziekstuk wat ze hebben gekregen te spelen. Begrijpen ze welke tekening voor wat voor soort geluid staat? De groepje krijgen even de tijd om te overleggen en spelen daarna een voor een de muziek (wat zij denken wat het andere groepje bedoeld heeft). Klopt het? Misschien kan het andere groepje uitleggen wat ze met bepaalde dingen in de tekening bedoelden.
Als alle groepje geweest zijn en hun kunsten hebben laten horen, worden de muziekstukken (tekeningen) natuurlijk in de klas opgehangen!
Vastleggen
Vastleggen
Rap aanleren:
Doel: de
leerlingen kunnen van een bestaande rap een zelfstandig en ritmisch correcte
rap maken na deze les.
Een
fietsendiefstal
is voor leerlingen een schokkende gebeurtenis. De leerlingen lezen twee
aan
twee een dialoog over een fietsendief. Hierna maken ze een mindmap over
fietsendiefstal. Daarna luisteren ze naar de rap die daarbij
hoort en lezen de notatie mee. Vervolgens oefenen ze de twee
verschillende
partijen van de rap.
Nadat ze
deze rap goed kennen (rap staat hieronder), gaan ze een eigen
rap maken.
De
leerlingen maken in tweetallen een rap over een diefstal. Een van de leerlingen
is de dief(wil bijvoorbeeld iets uit de speelgoedwinkel stelen) de ander is de
winkelier.
De tweetallen
schrijven een tekst, oefenen de uitspraak en voeren de rap uit met behulp van
het luister voorbeeld 11 (op de cd)
Enkele duo’s
presenteren hun versie. Bespreek elke
presentatie met de leerlingen aan de hand van de volgende vragen:
· Wat vind je het leukst?
· Wat vind je het lastigst?
· Wat moet je kunnen om de rap goed uit te voeren?
· Wat vond je goed aan de presentatie?
Bewegen
Bewegen
Doelen bij deze les:
- Het aanleren van de hiphop dans.
- Het even lekker kunnen bewegen en energie kwijt raken
- Kritisch naar elkaar kunnen kijken en elkaar corrigeren en complimenteren.
- Het aanleren van de hiphop dans.
- Het even lekker kunnen bewegen en energie kwijt raken
- Kritisch naar elkaar kunnen kijken en elkaar corrigeren en complimenteren.
Warming up:
8 tellen macheren.
8 tellen sluitpas.
8 tellen sluitpas + schouders op en neer
8 tellen sluitpas + schouders om en om op
4 tellen sluitpas + draai schouders naar voren
4 tellen sluitpas + draai schouders naar achter
8 tellen sluitpas + armen naar voor
8 tellen sluitpas + armen naar zij
8 tellen sluitpas + armen naar boven
8 tellen sluitpas + armen weg zetten
4 tellen sluitpas + armen naar voor
4 tellen sluitpas + armen naar zij
4 tellen sluitpas + armen naar boven
4 tellen sluitpas + armen weg zetten
2 tellen sluitpas + armen naar voor
2 tellen sluitpas + armen naar zij
2 tellen sluitpas + armen naar boven
2 tellen sluitpas + armen weg zetten
1 tel sluitpas + armen naar voor
1 tel sluitpas + armen naar zij
1 tel sluitpas + armen naar boven
1 tel sluitpas + armen weg zetten
8 tellen hakken bil (enkel)
8 tellen hakken bil (dubbel)
8 tellen hakken bil (4 keer)
8 tellen knieën op (enkel)
8 tellen knieën op (dubbel)
8 tellen knieën op (4 keer)
De dans:
Bij het aanleren van deze dans zou ik beginnen met het 1 keer voordoen van de bewegingen. Vervolgens gaan we stap voor stap de dans aanleren.
- De eerste 8 tellen worden voorgedaan en de kinderen dansen mee. We oefenen deze een paar keer tot de kinderen het in hun hoofd hebben. Vervolgens oefenen we het ook op het goede tempo.
- Hierna leer ik de volgende 8 tellen aan. Als de kinderen deze ook onder de knie hebben, plakken we de twee aan elkaar en oefenen het met muziek. Op deze manier gaan we door de hele dans heen totdat ze alle bewegingen hebben.
- Als de dans redelijk in hun lichaam zit, maken de kinderen tweetallen. Een van de twee gaat aan de voorkant zitten en de ander gaat de dans doen. Na het voordoen van de dans geven de kinderen elkaar een tip en een top. Hierna gaat de tweede groep.
- Als afsluiting dansen we de dans met zijn alle nog een keer helemaal.
Cooling down:
4 tellen hoofd plat op rechter schouder
4 tellen kin op de borst
4 tellen hoofd plat op linker schouder
4 tellen rechter arm plat tegen de borst
4 tellen linker arm plat tegen de borst
4 tellen rechter arm in nek, elleboog op
4 tellen linker arm in nek, elleboog op
benen ietsjes uit elkaar
4 tellen stretch op rechter been (buigen zijwaards)
4 tellen stretch op linker been (buigen zijwaards)
4 tellen stretch op rechter been (buigen voor)
4 tellen stretch op linker been (buigen voor)
4 tellen stretch op rechter been (hak in de grond)
4 tellen stretch op linker been (hak in de grond)
4 tellen stretch romp (buig naar rechts)
4 tellen stretch romp (buig naar links)
4 tellen in en uit ademen (armen mee omhoog bij inademen, armen laag bij uitademen)
4 tellen in en uit ademen (armen mee omhoog bij inademen, armen laag bij uitademen)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten